Mijn man speelt al jaren mee met de Staatsloterij en de Postcode Loterij. Dat deed hij al voordat we elkaar kenden. Ik speel niet mee en de loten worden niet van onze gezamenlijke rekening betaald. Maar als het grote geld op een van zijn loten valt, word ik evengoed miljonair. Toch ? Toezien hoe een naaste veel geld wint en wij zelf niet, is voor ons menselijk brein ingewikkelde materie. We geven allemaal weleens een lot of kraslot cadeau en wanneer de ander een tientje of honderd euro wint, kunnen we daar prima mee leven. Maar het kan ook anders.
Begin januari kwam een familieruzie in het nieuws : zowel schoonzoon als schoonvader beweerde eigenaar te zijn van een staatslot waar een prijs van € 3.2 mln. op was gevallen. Schoonvader kon het lot tonen en zei dat hij dit cadeau had gekregen van schoonzoon. Die stelde dat hij schoonpapa een ander lot cadeau had gedaan : de tachtigjarige had het winnende lot even willen vasthouden en heeft de loten toen snel verwisseld. Dat vond de rechter mede gezien de verminderde handmotoriek van de oude baas niet aannemelijk. De schoonzoon verloor dan ook het kort geding tegen de Staatsloterij. Maar hoe zit dat nou tussen echtlieden ? Wint de een als de ander wint ? Wie in volledige gemeenschap van goederen is getrouwd, heeft weinig hoofdbrekens : de geldprijs zal in de regel in de gemeenschap vallen.
Sinds 2018 wordt getrouwd in beperkte gemeenschap, waarbij pre huwelijkse bezittingen privé blijven, evenals schenkingen en erfenissen tijdens het huwelijk. Het hangt er dan vanaf of het prijswinnende lot al dan niet met eigen middelen is bekostigd. Betaalt mijn man de loten van een rekening waar salaris op wordt gestort, dan valt de geldprijs in onze beperkte gemeenschap : inkomsten dat tijdens het huwelijk wordt verdiend is van de partners samen. Maar over een prijs die valt op een lot dat je partner kocht met de jaarlijkse kerstgift van bijvoorbeeld een suikertante valt te twisten. Uiteraard buigt een rechter zich pas over de materie wanneer het misgaat.
Zo trachtte een vrouw, getrouwd op huwelijkse voorwaarden (en dan hangt het er maar vanaf wat daar precies in staat), een loterijprijs buiten het faillissement van haar ondernemende echtgenoot te houden. Ze kon echter niet afdoende aantonen dat de loten uit haar eigen middelen waren betaald en dus moest zij het prijzengeld afstaan aan de curator. In een andere zaak hoefde een vrouw een Postcode Loterij- prijs van € 2,1 mln. niet met haar ex te delen. De prijs viel vlak nadat het verzoek tot echtscheiding was ingediend en dus bestond er officieel geen gemeenschap van goederen meer. De man voerde aan dat ze maar liefst dertig jaar getrouwd waren geweest en dat het delen van de miljoenen dus niet meer dan redelijk zou zijn. De rechter stelde daarop dat de man al ruim 4 jaar met zijn nieuwe vriendin samenwoonde en al geruime tijd niet meer bijdroeg in de kosten. Anders gezegd : hij had zijn ex aan haar lot overgelaten. En dus ook andersom.
Bovenstaande tekst is geschreven door Jannie Benedictus (Jannie Benedictus is financieel journalist en deelt haar observaties over geld, werk en recht in o.a. het Financieel Dagblad. Ze woont in Apeldoorn en heeft met haar man een samengesteld gezin.